Op de TEFAF 2013 vindt u Kunsthandel Ivo Bouwman op standnummer 333. U bent van harte welkom om kennis te maken met een keur aan kunstwerken, en een nieuwe aanwinst: Jardin de Presbytère, van Vincent van Gogh.
Vincent van Gogh (1853-1890)
De tuin van de pastorie met figuren, eind oktober-begin november 1885
Penseel in dekkende en transparante waterverf op velijn papier, 38 x 49 cm
Watermerk: J WHATMAN 1881
De tuin van de pastorie met figuren is een tekening die om meerdere redenen een belangrijke plaats inneemt in Van Goghs oeuvre. De voorstelling was het voorbeeld voor een groot, verloren gegaan schilderij, dat alleen bekend is van slechte zwart-wit reproducties, en de tekening geeft nog enigszins een idee van wat het coloriet ervan bij benadering geweest zal zijn. Beide werken waren bedoeld om een bedachte, samengestelde compositie met figuren te vervaardigen, het soort voorstelling dat Van Gogh vanaf het begin van zijn kunstenaarschap wilde maken. Het is bovendien zijn eerste experiment met een onderwerp dat hij ook in Parijs en Arles zou uitbeelden, wandelende figuren en paartjes in een aantrekkelijke tuin of een dichterlijk park. Als een van de laatste werken die hij in Nuenen maakte – en als enige tekening – toont het blad tenslotte de grotere helderheid die Van Gogh in zijn kleurgebruik ontwikkelde nadat hij in begin oktober 1885 het Rijksmuseum had bezocht.
Laat oktober en begin november 1885 had de herfst Van Gogh in de ban, wat leidde tot meerdere landschappen. Over een daarvan schreef hij aan zijn broer Theo: ‘Ik heb ook nog een herfststudie gemaakt van den vijver in den tuin t’huis. Er zit bepaald een schilderij in die plek. […] ’t Geen ik nu maakte is anders een stijve compositie, twee boomen (oranje & geel) regts, twee struiken (grijsgroen) in ’t midden, twee boomen (bruingeel) links. Daarvoor – de vijver zwart – voorgrond van verwelkt gras. Achtergrond een kijkje over de heg op een zeer sterk groen. Een lucht om hier mee te harmonieeren wat kracht betreft, van leigraauw en donkerblaauw.’ Van Gogh vermeldt opmerkelijk genoeg niet de aanwezigheid van figuren. Dat wijst erop dat hij het over de tekening heeft, want dat was aanvankelijk een puur herfstlandschap: de figuren – en de toren – werden later toegevoegd. Vervolgens vormde de tekening het voorbeeld voor het schilderij, dat in 1944 verloren ging.
De tuin achter de pastorie was een geliefde plek voor Van Gogh, waar hij meerdere en soms zeer ambitieuze werken maakte. Daarin figureert vaak de toren die in de akkers achter de tuin stond. Ten tijde van het ontstaan van De tuin van de pastorie met figuren was dat echter niet meer het geval, want vanaf mei 1885 was het middeleeuwse bouwsel in meerdere fasen afgebroken. Voor deze voorstelling wekte Van Gogh hem weer tot leven: de tekening is een door hem bedachte en samengestelde compositie, waarin de toren een noodzakelijk, sfeervol onderdeel vormt.
Van Gogh gaf wel eerder figuren in de natuur of in een park weer, maar de tekening en het verloren schilderij zijn de eerste volwassen uitvoeringen van een onderwerp dat een belangrijk, poëtisch beladen motief zou worden in zijn werk: wandelaars en geliefden in een park. Hier hebben we weliswaar met een privé tuin te maken, maar het is duidelijk dat Van Gogh die transformeerde tot een plek met een geheel ander karakter dan die in werkelijkheid had.
In Parijs, waar hij begin 1886 naar verhuisd was, maakte Van Gogh in 1887 pas weer een nieuwe uitvoering van het thema. In 1888 vertrok hij naar Arles; daar trof hij tegenover het Gele Huis waarin hij zich vestigde een aantrekkelijk park aan. Dat inspireerde hem tot een reeks meesterlijke schilderijen met de titel Het park van de dichter, waarvan het merendeel met figuren en paartjes is uitgerust. Een andere schilderachtige plek in Arles, de uit de Romeinse tijd daterende laan de Alyscamps, gaf hem vergelijkbare voorstellingen in. Al deze werken getuigen van Van Goghs streven om kunst te maken met een troostrijk karakter.
In vergelijking met eerdere waterverftekeningen, die robuust ogen en stevige, maar gedempte kleuren hebben, heeft De tuin van de pastorie met figuren een luchtiger karakter met een lossere, op plaatsen zelfs vlotte penseelstreek. Net als het palet van de schilderijen uit oktober-november 1885 is het kleurgebruik helderder en contrastrijker dan voorheen. Dat was een gevolg van een bezoek dat Van Gogh begin oktober 1885 had gebracht aan het pas geopende Rijksmuseum. Bestudering van de oude meesters daar had hem doen beseffen dat hij te ver was doorgeslagen in het donkere karakter van zijn coloriet, en terug in Nuenen trok hij direct de consequenties uit dat inzicht. De aansprekende (en goed bewaarde) kleurrijkheid van de voorstelling is daarvan het resultaat.
De tekening werd vermoedelijk in 1903 verworven door de vermaarde kunstcriticus en kunstpedagoog H.P. (Hendrik) Bremmer, en ging na diens dood in 1956 over in handen van zijn erven. In ca. 1969 belandde het werk in de collectie waar het tot op heden deel van uitmaakt.
Sjraar van Heugten